Bob(coin) / Quote
Rechtbank Amsterdam, 17 februari 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:701
Eiser heeft een onderneming die zich richt op het aanbieden, verkopen en opzetten van een netwerk van elektrische motorfietsen op onder meer het Afrikaanse continent. Met behulp van microkredieten kunnen afnemers een motorfiets leasen. Geldschieters ontvangen een door de onderneming uitgegeven cryptomunt (de Bobcoin) in ruil voor hun investeringen. De onderneming streeft niet alleen winst na, maar beoogt ook op schone manier bij te dragen aan het mobiliseren van Afrika.
In december 2021 publiceert Quote een artikel over eiser, zijn onderneming en de Bobcoin. In het artikel wordt onder meer gesuggereerd dat uit gedegen onderzoek is gebleken dat het maar de vraag is of de onderneming van eiser wel écht motorfietsen aan de man brengt in Afrika. Het artikel in Quote is aanleiding voor online cryptoplatform Knaken de samenwerking met eisers onderneming op te zeggen.
De Voorzieningenrechter weegt de belangen van Quote en eiser tegen elkaar af en concludeert dat Quote onrechtmatig handelde jegens eiser door de zojuist omschreven suggestie te wekken, terwijl haar onderzoek helemaal niet zo gedegen was en in elk geval niet de vergaande conclusies rechtvaardigde die in het artikel zijn opgenomen. Ook de suggestie dat eisers onderneming onbekend zou zijn bij Unitar, een dochterorganisatie van de VN, heeft onvoldoende feitelijke basis. Omdat de suggesties schadelijk zijn voor de eer en goede naam van eiser en zijn onderneming, veroordeelt de Voorzieningenrechter Quote over te gaan tot rectificatie daarvan.
Eiser klaagt ook over de wijze waarop Quote bepaalde bronnen had geciteerd in het artikel. De Voorzieningenrechter wijst erop dat het gebruik van bronnen en de wijze van verslaggeving vallen onder de redactionele vrijheid van journalisten en dat Quote een ruime vrijheid toekomt om zaken van algemeen belang aan de kaak te stellen, ook op een wijze die beledigt, choqueert of stoort. Daarbij is een zekere mate van simplificatie, provocatie en overdrijving geoorloofd. In dat licht is in het kader van dit kort geding onvoldoende aannemelijk dat Quote de door haar geraadpleegde bronnen op onjuiste wijze heeft weergegeven. De Voorzieningenrechter verwerpt ook de bezwaren van eiser tegen zijn typering als charlatan die een spoor van gedupeerden achter zich heeft gelaten, mede omdat eiser een publiek figuur is die zelf de media opzoekt en zichzelf nadrukkelijk in de openbaarheid brengt. Hij moet zich daarom meer laten welgevallen in het publieke debat. Het waardeoordeel van Quote over eiser is maar zeer beperkt vatbaar voor feitelijke onderbouwing en er zijn voldoende aanwijzingen dat het niet elke feitelijke basis ontbeert. De rectificatie van de twee wel onrechtmatig geachte suggesties moet worden geplaatst in het tijdschrift en in de onlineversie, omdat op die plekken ook het oorspronkelijke artikel verscheen, en wordt gelast op straffe van een dwangsom.