Eiser (“broodfokker”) / Gedaagden

Rechtbank Limburg 13 april 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:2569

De gedaagden in deze zaak hebben in 2022 een raspup gekocht van eiser. Zij dachten van doen te hebben met een niet-professionele fokker.

De pup overlijdt zo’n 8 maanden na aankoop aan hartfalen.  Gedaagden zijn erg teleurgesteld over de manier waarop eiser reageert als zij dat melden en komen er naar eigen zeggen dan pas achter dat eiser een commerciële fokker van allerlei hondenrassen is.

De ene gedaagde plaatst vervolgens een review op Google Maps en de andere plaatst een bericht op Facebook. In beide wordt eiser aangeduid als “broodfokker”. De berichten worden door derden geliket en gedeeld.

Eiser stelt een betrouwbare fokker te zijn van rashonden en aan beleid en regelgeving te voldoen.  Hij wijst erop dat de woorden “broodfok” en “broodfokker” een negatieve lading hebben en dat hij zich door het gebruik daarvan in zijn eer en goede naam voelt aangetast. Eiser wil daarom dat de rechter gedaagden veroordeelt tot verwijdering van de berichten en rectificatie daarvan.

De kantonrechter stelt voorop dat iedereen de vrijheid heeft “zijn of haar hart te luchten en zich op negatieve wijze over iemand anders uit te laten, ook als die uitlatingen een beschuldiging aan het adres van een ander inhouden. Het recht op vrijheid van meningsuiting vindt zijn begrenzing in het geval daarmee iemand anders eer en goede naam op onrechtmatige wijze wordt aangetast (artikel 10 lid 2 EVRM).”

De rechter wijst er vervolgens dat de termen inderdaad vaak in negatieve context worden gebruikt, maar dat het ook gewoon Nederlandse woorden zijn die in het taalgebruik worden gebezigd. Alleen al omdat eiser zijn brood verdient met (onder meer) het fokken van honden, is het gebruik van dat woord door gedaagde niet onrechtmatig. De rechter neemt daarbij in aanmerking dat de overige teksten van de posts van gedaagden algemeen en op zichzelf niet onrechtmatig zijn. Er is daarom geen basis voor het oordeel dat gedaagden de eer en goede naam van eiser op onrechtmatige wijze zouden hebben aangetast.

Eiser stelde zich ook op het standpunt dat de gedaagden een onrechtmatige lastercampagne zouden voeren door derden ertoe aan te zetten hun posts te delen en te liken of zich op een andere manier negatief over de fokker uit te laten. Hij kan die stelling niet nader onderbouwen en de kantonrechter oordeelt dan ook dat niet gebleken is dat gedaagden op deze manier zijn eer en goede naam zouden hebben aangetast.

De slotsom is dat alle vorderingen van eiser stranden en dat hij de proceskosten van de gedaagden moet betalen op basis van de gebruikelijke regeling.

 

 

 

Previous
Previous

Hondenfokster / Facebook

Next
Next

Maurice de Hond / VPRO c.s. (Deventer moordzaak)