Stegeman op de Bres / Marktplaatsoplichter
Rechtbank Noord-Nederland, kantonrechter te Groningen, 3 mei 2022
In deze zaak moest de kantonrechter in Groningen oordelen over de rechtmatigheid van een uitzending van het televisieprogramma Stegeman op de Bres uit januari 2020. De uitzending ging over oplichtingen via Marktplaats en is geproduceerd door de gedaagde in deze zaak, Noordkaap TV Producties.
In de uitzending kwamen verschillende gedupeerden van eenzelfde Marktplaatsverkoper aan het woord. Die verkoper bediende zich van steeds wisselende namen, maar hij vermeldde wel altijd zijn (naar later bleek: echte) woonplaats. De gedupeerden verklaarden allemaal dure, veelal zilveren verzamelobjecten van hem te hebben gekocht via Marktplaats en daarvoor te hebben betaald, maar (bananendozen vol met) rommel toegezonden te hebben gekregen. Hun geld waren ze allemaal kwijt. Te zien is dat presentator Stegeman en zijn team de verkoper weten op te sporen en hem thuis treffen te midden van zilveren objecten en bananendozen. In het gesprek dat Stegeman met de man heeft, geeft hij toe veel mensen te hebben gedupeerd. De verkoper wordt na afloop van het gesprek aangehouden door de politie en meegenomen.
De man meent dat hij in de uitzending ten onrechte van van alles en nog wat beschuldigd wordt en hij start daarom na afloop een civiele bodemprocedure waarin hij o.m. een rectificatie en een schadevergoeding vordert.
Vlak voor de civiele zaak op zitting komt, wordt de verkoper veroordeeld door de meervoudige strafkamer van de Groningse rechtbank wegens oplichting van een groot aantal mensen, waaronder diverse slachtoffers die hadden meegewerkt aan de uitzending van Stegeman op de Bres.
Het is in dat licht geen grote verrassing dat de kantonrechter overweegt dat er voldoende feitelijke steun was voor de beschuldigingen van oplichting die in de uitzending aan het adres van de man worden gedaan. Oplichting via Marktplaats is een maatschappelijke misstand en de uitzending dient naar het oordeel van de kantonrechter – mede dankzij diverse duidende onderdelen daarin – een maatschappelijk belang. Zij oordeelt verder dat de wijze waarop de man in beeld is gebracht (zijn gezicht is geblurd en zijn achternaam wordt niet genoemd) voldoende zorgvuldig was en dat de inbreuk op zijn privacy proportioneel is. Dat zijn woonplaats wordt genoemd is functioneel (dat was immers de enige constante factor in zijn advertenties), net als het gebruik van opnamen die in zijn woning zijn gemaakt en waarop het zilver en de bananendozen zichtbaar zijn. De programmamakers hebben voldoende toepassing gegeven aan hun journalistieke plicht tot het geven van een weerwoord. Dat de verkoper schade heeft geleden vindt de kantonrechter onvoldoende gebleken: Dat zijn uitkering is stopgezet, ligt niet aan de uitzending maar aan het feit dat hij neveninkomsten had verzwegen. En de omstandigheid dat hij voortaan in een ander dorp bananendozen moet halen is niet onderbouwd, nog los van de vraag of dat wel “schade” is. De kantonrechter oordeelt op grond van dit alles dat het belang van Noordkaap haar mening vrijelijk te uiten (als gewaarborgd in artikel 10 EVRM) prevaleert boven het recht van de verkoper op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer (als gewaarborgd in artikel 8 EVRM) en wijst alle vorderingen af.
Lees de volledige uitspraak hier.
Josine van den Berg stond Noordkaap TV Producties in deze zaak bij als advocaat.