Moord of zelfmoord / X
Gerechtshof Amsterdam 15 maart 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:748
Deze zaak gaat over een aflevering van het SBS-televisieprogramma Moord of zelfmoord. Die aflevering ging over de dood van meneer A en de mogelijke betrokkenheid daarbij van meneer X en bevatte beelden van X die met een verborgen camera zijn gefilmd, waaronder van een gesprek tussen hem en presentator Kees van der Spek. Ook was te zien hoe programmamakers (foto’s op) het facebookprofiel van X bekijken.
In de uitzending zoals die aanvankelijk op televisie getoond is, was het gezicht van X op die beelden licht geblurd. Zijn weinig voorkomende voornaam werd daarin 13 keer genoemd. Nadat X bezwaar had gemaakt, is de uitzending in het online archief aangepast door de blur uit te breiden en de voornaam weg te piepen. De aangepaste uitzending heeft nog korte tijd online gestaan voor die geheel is verwijderd uit het archief.
De rechtbank Amsterdam verklaarde bij vonnis uit 2020 voor recht dat beide versies van de aflevering onrechtmatig waren ten opzichte van X en veroordeelde de programmamakers tot betaling van een immateriële schadevergoeding van € 4.500,-
De beoordeling door het Hof Amsterdam in appel leidt tot een iets andere uitkomst. Het Hof weegt de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid daaronder begrepen, af tegen het belang van X op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer en het betrekt daarbij alle omstandigheden van het geval. Het stelt voorop dat in het programma aandacht wordt besteed aan een maatschappelijk belangrijk onderwerp en overweegt dat daaraan niet af wordt gedaan door de omstandigheid dat het ook om commerciële televisie gaat. Het Hof onderzoekt vervolgens in hoeverre feiten waarop de verdachtmaking van X zijn gebaseerd juist en overtuigend zijn en concludeert dat de bewijsvoering mager is. Omdat de geuite verdenking een levensdelict betreft, overweegt het Hof dat elke suggestie van betrokkenheid naar haar aard zwaarwegend is en de eer en goede naam zwaar aantast. Het Hof acht verder van belang dat de uitzending niet eindigt met een duidelijke conclusie van de strekking dat X niet betrokken was bij de dood van A, maar ook dat hij niet als enige verdachte is gepresenteerd. Over het weerwoord van X, dat onderdeel vormt van de uitzending, overweegt het hof dat hij de aan hem gestelde vragen – die niet aanvallend of onaangenaam zijn gebracht – rustig, samenhangend en ontspannen beantwoordt maar ook dat X in een openbaar park is gefilmd (met verborgen camera) nadat hij onder valse voorwendselen daarheen is gelokt. Tot slot acht het Hof van belang dat X tot een kwetsbare groep in de samenleving behoort.
Het Hof gaat ervan uit dat de gegevens die over X in de uitzending worden gemeld en de beperkte moeite die is gedaan om hem onherkenbaar te maken X herkenbaar hebben gemaakt voor een ruimere kring dan louter zijn naaste familie en vrienden. Het Hof acht het aannemelijk dat X is herkend door een brede groep en dat hij daardoor schade heeft geleden. De oorspronkelijke uitzending was daarom ook naar het oordeel van het Hof onrechtmatig en er was een social pressing need om de vrijheid van meningsuiting van de programmamakers te beperken.
Het Hof oordeelt, anders dan de rechtbank, dat de aangepaste versie niet onrechtmatig was. Door de daarin toegepaste blur – die volgens het Hof niet criminaliserend is – was X voldoende onherkenbaar voor anderen dan zijn naasten (die hem mogelijk aan zijn stem en houding zouden kunnen herkennen). Omdat het Hof het niet aannemelijk acht dat X meer dam aanvaardbaar negatieve gevolgen zou hebben ondervonden van de uitzending, moet hier het belang van de persvrijheid zwaarder wegen.
Het Hof laat buiten beschouwing dat aan de toelaatbare, aangepaste versie de eerdere, onrechtmatige vooraf was gegaan. Voor de gevorderde verklaring voor recht is noodzakelijk dat zij op zichzelf worden beschouwd. Het is niet aannemelijk dat het publiek dat de oorspronkelijke uitzending heeft bekeken daarna ook de aangepaste versie op internet heeft bekeken; in tegendeel, aannemelijk is juist dat sprake is van een nieuw publiek.
Dit heeft geen consequenties voor de hoogte van de toegewezen schadevergoeding: het Hof gaat ervan uit dat die schade volledig is veroorzaakt door de op tv uitgezonden versie.