Veco Industriële lakspuiterij / omwonenden (waarschuwingsborden)

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 28 april 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:1769

Diverse omwonenden van verfspuiterij Veco hebben al geruime tijd waarschuwingsborden in hun aan de openbare weg grenzende tuinen. De gele borden tonen een grote, rode gevarendriehoek en de tekst “let op! Chemische verflucht van Veco!”. Veco stelt zich op het standpunt dat de omwonenden onrechtmatig handelen en wil dat de borden verwijderd worden en niet meer terugkeren.

De Voorzieningenrechter overweegt dat het toewijzen van het gevorderde een beperking zou inhouden op de vrijheid van meningsuiting van de omwonenden. Zo’n beperking kan alleen aan de orde zijn als het belang van Veco op bescherming van haar eer en goede naam wordt geschonden. Om te bepalen of dat zo is, weegt de Voorzieningenrechter deze (grond)rechten met inachtneming van alle omstandigheden van het geval.

De Voorzieningenrechter overweegt dat de borden bij de gemiddelde lezer de negatieve suggestie zullen oproepen dat sprake is van (gevaarlijke) uitstoot van chemische stoffen. Zo’n suggestie mag alleen worden gedaan als daarvoor voldoende steun is in de feiten. Partijen hebben over en weer rapporten ingediend. Uit het rapport van Veco blijkt dat haar uitstoot ruim binnen de emissie-eisen en -waarden blijft. Uit het rapport waarop de omwonenden zich beroepen, blijkt niet dat die conclusies onjuist zijn. De Voorzieningenrechter oordeelt daarom dat de suggestie dat Veco geuroverlast veroorzaakt geen steun vindt in het beschikbare feitenmateriaal.

Daar komt nog bij dat de omwonenden volgens de rechter een andere, adequate ingang hadden om via een minder schadelijke weg aandacht voor de vermeende geuroverlast door Veco te vragen, namelijk door een handhavingsverzoek in te dienen bij het college van B&W van hun gemeente. Zij hebben die mogelijkheid ook benut en het verzoek heeft geleid tot een onderzoek naar de overlast. Hoewel het vooralsnog niet de door de omwonenden gewenste resultaat heeft opgeleverd, is er wél serieus aandacht besteed aan de door hen geuite verdenkingen.

Onder deze omstandigheden oordeelt de Voorzieningenrechter het zonder enige nuance aanwezig houden van de waarschuwingsborden onzorgvuldig en onrechtmatig jegens Veco. Omdat ook voldoende aannemelijk is dat Veco reputatieschade heeft opgelopen, luidt het oordeel dat de borden moeten worden verwijderd op straffe van een dwangsom.

Previous
Previous

Samantha Steenwijk / Yvonne Coldeweijer

Next
Next

Advocatenkantoor / Websitebouwer