Webshopbouwer / Klanten
Rechtbank Rotterdam 23 februari 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:1656
In deze zaak staan een webshopbouwer en haar vennoten tegenover twee (aan elkaar gelieerde) klanten die opdracht hebben gegeven tot het bouwen van webshops. De zaak gaat met name over onbetaalde facturen, maar de webshopbouwer vraagt ook een verbod op het doen van uitlatingen over haar dienstverlening door de klanten.
De rechtbank stelt vast dat een bestuurder van de klanten negatieve recensies over de webshopbouwer heeft geplaatst op Google. Zij zegt vervolgens de belangen van partijen tegen elkaar af te zullen wegen - het recht van de webshopbouwer op eerbiediging van haar eer en goede naam en het recht van de klanten op vrijheid van meningsuiting – en wil daarbij de omstandigheden van deze concrete zaak betrekken, zoals te doen gebruikelijk. Voor een beperking op de vrijheid van meningsuiting, hetgeen het toewijzen van het verbod zou opleveren, is immers vereist dat komt vast te staan dat er (een concrete dreiging van) onrechtmatig handelen is.
Omdat de webshopbouwer niet heeft gemotiveerd wat nu precies onrechtmatig was aan het handelen van de klanten, volgt er geen inhoudelijke beoordeling maar een afwijzing van dit deel van het gevorderde.