ZorgkaartNederland / Medisch specialist X
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 14 juni 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4856
Patiëntenfederatie Nederland exploiteert de website ZorgkaartNederland, waarop ervaringen met zorgverleners worden gedeeld.
In 2018 heeft gedurende enkele maanden een anonieme, zeer negatieve ervaring met en waardering van medisch specialist X op die website gestaan. Stellende dat het plaatsen en geplaatst houden van deze waardering onrechtmatig was ten opzichte van haar, vorderde X in rechte onder meer een verbod op het herplaatsen ervan, verwijzing naar een schadestaatprocedure en afgifte van de identiteitsgegevens van de inzender van de waardering.
Bij vonnis van 9 oktober 2019 heeft de rechtbank Overijssel geoordeeld dat Patiëntenfederatie Nederland inderdaad onrechtmatig heeft gehandeld jegens de medisch specialist en daarom aansprakelijk is voor de door haar geleden schade. De rechtbank heeft Patiëntenfederatie Nederland veroordeeld tot schadevergoeding, waarvan de omvang in een aparte procedure moest worden vastgesteld (schadestaatprocedure genaamd). De rechtbank sprak ook een verbod uit op het herplaatsen van de waardering, maar heeft de overige vorderingen van de medisch specialist afgewezen, waaronder die tot verstrekking van informatie over de inzender van de waardering.
In dit door Patiëntenfederatie Nederland ingestelde hoger beroep heeft ook X geklaagd over bepaalde onderdelen van het vonnis. Het hof beoordeelt de grieven over en weer per onderwerp.
Het wijst er om te beginnen op dat deze zaak gaat over de vraag of Patiëntenfederatie Nederland onrechtmatig heeft gehandeld door de waardering – na een voorafgaande toetsing aan onder meer een eigen gedragscode - te plaatsen en geplaatst te houden en dus niet over een eventuele aansprakelijkheid van de inzender van die waardering. Daarop volgt een uitleg over de werkwijze van Patiëntenfederatie Nederland.
Het hof stelt vervolgens vast dat het plaatsen van een waardering op de website ZorgkaartNederland kan worden gezien als een meningsuiting die valt onder het bereik van artikel 10 EVRM en artikel 7 van de Nederlandse Grondwet. Het wijst erop dat het recht op vrije meningsuiting niet onbegrensd is. Het kan worden beperkt als dat noodzakelijk is in het belang van rechten of vrijheden van anderen, waaronder het recht op bescherming van iemands eer en goede naam.
Het argument van Patiëntenfederatie Nederland dat zij een internetplatform is, waarop op grond van vaste rechtspraak een lichter aansprakelijkheidsregime van toepassing is, verwerpt het hof. Patiëntenfederatie Nederland bemoeit zich met de inhoud van waarderingen voor die worden geplaatst en is daarom geen internetplatform als bedoeld in de jurisprudentie waarnaar zij verwijst.
Het hof oordeelt vervolgens dat de waardering waar het hier om gaat terecht niet in strijd is geacht met de regels waaraan Patiëntenfederatie Nederland toetst voor zij tot plaatsing overgaat. Zo was onder meer het cijfer (een 2) voorzien van een toelichting, was er geen sprake van onfatsoenlijk taalgebruik en zijn er geen beschuldigingen in strafrechtelijke zin gebruikt in de waardering, waarvan bovendien de authenticiteit was gecontroleerd. Het hof oordeelt daarom in afwijking van de rechtbank dat het plaatsen van de waardering op ZorgkaartNederland niet onrechtmatig was.
De vraag of het geplaatst houden van de waardering, nadat X zich daarover had beklaagd, wel onrechtmatig was, beantwoordt het hof aan de hand van een belangenafweging met inachtneming van alle relevante omstandigheden van het geval.
Het hof oordeelt dat Patiëntenfederatie Nederland voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de waardering daadwerkelijk van een ex-patiënt afkomstig is en is gebaseerd op een echte patiëntenervaring. Daaraan doet niet af dat de medisch specialist de casus niet herkent, zich niet in het geschetste beeld herkent en zij het niet eens is met de inhoud van de recensie. Het hof vindt de door de inzender gekozen bewoordingen voor zijn of haar waardeoordelen als “een vreselijke dokter” en “beledigend” niet onnodig grievend, lasterlijk of anderszins onrechtmatig.
Wél onrechtmatig acht het hof de uitlating dat X “onjuiste zorg oftewel geen zorg” heeft verleend, omdat dat een feitelijke beschuldiging is die de kern van de professie en reputatie van X raakt, terwijl de beschuldiging geen deugdelijke feitelijke grondslag heeft. Patiëntenfederatie Nederland had de inzender moeten verzoeken die uitlating aan te passen of te verwijderen en zij heeft dat ten onrechte nagelaten.
Door de onrechtmatig geachte beschuldiging op haar website te laten staan heeft Patiëntenfederatie Nederland de grenzen van de vrijheid van meningsuiting overschreden en onrechtmatig gehandeld jegens X. Het hof oordeelt dat Patiëntenfederatie Nederland aansprakelijk is voor de schade die de medisch specialist als gevolg daarvan heeft geleden. Het hof verwijst de zaak niet naar een aparte procedure omdat het vindt dat het zelf kan oordelen over de schade.
Nu X het bestaan van de pretense immateriële schade niet voldoende heeft onderbouwd, gaat het hof ervan uit dat zij de waardering weliswaar als kwetsend heeft ervaren en daarvan spanningen heeft ondervonden, maar oordeelt het dat dat niet voldoende is voor toekenning van een immateriële schadevergoeding.
De medisch specialist stelt ook materiële schade te hebben geleden, die bestaat uit advocaatkosten. Het hof wijst erop dat er een speciale regeling bestaat voor vergoeding van dat type kosten en dat er in deze zaak geen aanleiding is ze op een andere manier te behandelen, namelijk als schade. Dat zou anders zijn geweest als sprake was van buitengewone omstandigheden die een volledige vergoedingsplicht ter zake van proceskosten rechtvaardigen, maar daarover is niets gesteld of gebleken. Het hof oordeelt dus dat er niets hoeft te worden betaald.
Ter beoordeling van de vordering tot afgifte van gegevens van de inzender, weegt het hof de belangen van alle daarbij betrokkenen. Het belang van de medisch specialist is tweeledig: zij wil de inzender aansprakelijk stellen om haar schade vergoed te krijgen en zij wil lering kunnen trekken uit de casus. Omdat het hier een eenmalige uiting betreft, waarop zij bovendien heeft kunnen reageren via de website, kent het hof gering gewicht toe aan dit belang. Het belang van Patiëntenfederatie Nederland is dat bezoekers van haar website bereid blijven waarderingen in te sturen en daarvoor is de mogelijkheid van anonimiteit zwaarwegend. Het belang van de inzender betreft het belang om de zelfgekozen anonimiteit te behouden. Dat is een belang waaraan volgens het hof wel gewicht toekomt, maar het is niet onbegrensd. Bij ernstige beschuldigingen is er volgens het hof eerder aanleiding anonimiteit te doorbreken dan bij minder ernstige beschuldigingen zoals hier aan de orde. Alles afwegend oordeelt het hof dat het belang van x niet zwaarder weegt dan de andere betrokken belangen. Het wijst daarom net als de rechtbank de vordering tot afgifte van de gegevens van de inzender af.
Het vonnis van de rechtbank blijft dus deels in stand en het wordt deels vernietigd.