Klaas Otto / voormalig hartsvriendin Rachel Hazes

Eiser in deze zaak is Klaas Otto, die onder het grote publiek met name bekend is vanwege zijn verleden als oprichter en oud-voorzitter van de motorclub Satudarah en zijn strafrechtelijke “verleden”. Hij is bovendien een ex van Rachel Hazes, weduwe van de in 2004 overleden volkszanger Andre (sr.).

Gedaagde M was een hartsvriendin van Rachel Hazes, en huurde een woning van die laatste. Sinds 2020 zijn Hazes en M verwikkeld in rechtszaken. Hazes vordert onder meer betaling van € 9000 aan achterstallige huurinkomsten, maar volgens M is er helemaal geen sprake van een achterstand: volgens haar is die 9K verrekend met een bedrag dat Hazes van M had geleend. De rechtbank heeft de vorderingen van Hazes afgewezen, en Hazes is daartegen in beroep gegaan bij het hof.

M heeft van het hof opdracht gekregen te bewijzen dat zij een afspraak had gemaakt met Hazes van de strekking dat de huur over een bepaalde periode zou worden verrekend met de lening van € 9000,- . In dat kader zijn zowel M als Hazes geoord als getuigen.

Volgens Otto heeft hij uit de pers vernomen dat M tijdens het getuigenverhoor heeft verklaard dat Hazes in 2016 een envelop met € 25.000,00 aan contanten had ontvangen om “iemand met een niet zuiver verleden” op de loonlijst van haar bedrijf te zetten, in het kader van een fictief dienstverband. M heeft bovendien verklaard dat Hazes al 9K had gespendeerd toen zij ruzie kreeg met Otto. Omdat Hazes bang zou zijn geweest dat hij het volledige bedrag zou komen opeisen, heeft M haar 9.000 geleend.

Otto vindt dat de uitspraken die M over hem heeft gedaan tijdens het getuigenverhoor onjuist, diffamerend en beledigend zijn. M heeft volgens hem onrechtmatig gehandeld jegens hem door ze in het openbaar te doen en hij stelt schade te lijden doordat de uitspraken zijn overgenomen in de media. In kort geding vordert hij onder meer rectificatie en een verbod op het herhalen van de uitzingen.

De voorzieningenrechter stelt voorop dat M de uitlatingen niet op eigen initiatief publiekelijk heeft gedaan, maar in het kader van een bewijsopdracht van het hof. Als ze in een gerechtelijke procedure verwikkeld zijn, komt aan partijen grote ruimte om naar voren te brengen wat van belang is voor hun procespositie. De Voorzieningenrechter wijst er ook op dat M de uitlatingen bovendien heeft gedaan tijdens een getuigenverhoor waarbij zij onder ede heeft verklaard. In beginsel rust op een onder eed of belofte afgelegde verklaringen de waarborg dat naar waarheid is verklaard. 

M heeft niet verklaard dát er sprake was van een fictief dienstverband. In plaats daarvan heeft zij verklaard over wat Hazes daarover aan haar had verteld. De vraag is of zij dat mocht verklaren. De Voorzieningenrechter oordeelt dat er belangrijke aanwijzingen zijn die de juistheid van de verklaring van M ondersteunen, zoals de omstandigheid dat er bij een inval van justitie in de woning van Otto een schriftelijke arbeidsovereenkomst is gevonden, de instructie van Otto aan Hazes alleen met een door hem gekozen advocatenkantoor contact te hebben en de omstandigheid dat personen uit de omgeving van Otto in 2016 Hazes hebben verzocht loonstroken te verstrekken. Hij heeft ook niet weersproken dat er maandelijks een bedrag van € 2000,- aan hem werd overgemaakt, terwijl M uitgebreid heeft toegelicht dat hij geen invulling heeft gegeven aan de overeengekomen functie van persoonsbegeleider / chauffeur van Hazes. Zo was Otto terwijl de arbeidsovereenkomst gold afwezig bij grote evenementen en concerten waar Hazes privé-beveiliging nodig had.

De Voorzieningenrechter wijst erop dat vast staat dat Otto is vervolgd en berecht voor onder meer witwassen, afpersing, mishandeling en leidinggeven een criminele organisatie (Satudarah) die zich bezighield met intimidatie, ernstig geweld en handel in verdovende middelen. Otto heeft zich daarover zowel op social media als in de media veelvuldig uitgelaten Zijn reputatie was dus al bekend uit de publiciteit. In dat licht oordeelt de rechter dat wat M daarover heeft gezegd tijdens het getuigenverhoor: “iemand die geen zuiver verleden heeft”, steun vindt in de feiten en bijdraagt bij aan de aannemelijkheid van haar verklaring en het aan haar opgedragen bewijsthema. Hij merkt bovendien op dat Otto in enige mate een publiek persoon is geworden. Zijn belang niet onnodig beticht te worden van het aangaan van een fictief dienstverband is gelet op zijn publiekelijk al bekende reputatie gering. Daar komt bij dat Otto  zelf aan de verspreiding van de uitlatingen heeft bijgedragen door de aan M gestuurde sommatie met daarin de vermeende onrechtmatige uitlatingen op zijn Instagram-account te publiceren.

 

Al met al acht oordeelt de Voorzieningenrechter dat niet gebleken is van omstandigheden die maken dat het belang van Otto bij eerbiediging van zijn eer en goede naam hier zou moeten prevaleren boven het recht op vrijheid van meningsuiting van M. Zijn vorderingen worden dan ook allemaal afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van M.

Previous
Previous

Rijinstructeur / Noordkaap

Next
Next

Ben deMan / Noordkaap